Panorama Goirke
Startpagina | Inhoudsopgave | Lezingen | Uitgaven | Vrijwaring | Contact

op het web alleen op deze webstek
(om alleen op deze pagina te zoeken druk op Ctrl-F)
Naar de kwartierstaat

Genealogische overzichten op deze internetpresentatie:
Stamreeks Leijten-Mutsaers
Kwartierstaat van Martin W.J. de Bruijn
Stamreeks Van Heyst-De Bruijn
Zie verder ook de lijst van
Genealogische bijdragen

Simons-Laket, Tilburg-Gent
door Martin W.J. de Bruijn

Te citeren als: M.W.J. de Bruijn, ‘Simons-Laket, Tilburg-Gent’ (www.broerendebruijn.nl/Simons.html, versie van [datum], geraadpleegd op [datum]).

De stamreeks van mijn overgrootmoeder Johanna Adriana Simons (kwartier nr. 13)

Een van mijn overgrootmoeders was Johanna Adriana Simons (kwartier nr. 13). Zij was getrouwd met mijn overgrootvader Adrianus Michaël Mutsaers (nr. 12). Beiden staan op een groepsfoto, die gemaakt is ter gelegenheid van het huwelijk van hun zoon, mijn grootvader Wilhelmus Josephus Mutsaers (nr. 6), met mijn grootmoeder Wilhelmina Emans (nr. 7) in Ginneken bij Breda op 8 oktober 1902 (zie  Mutsaers-Simons-Emans-Weijting).
 
Zowel Adrianus Michaël Mutsaers als Johanna Adriana Simons was geboren in Tilburg, waar zij op 20 augustus 1874 ook getrouwd zijn. De eerste drie kinderen van het echtpaar, onder wie mijn grootvader, zijn nog in Tilburg geboren. Maar rond 1880 is het gezin naar Breda verhuisd. Daar werden nog drie kinderen geboren.
 
Adrianus was van beroep smid en werd later trammeester; ik heb niet kunnen achterhalen bij welke trammaatschappij. Hij overleed in Breda in 1931, zijn vrouw Johanna Simons in 1935, de laatste negenentachtig jaar oud.
 
Die leeftijd zat bij wijze van spreken in haar genen. Haar vader, mijn betovergrootvader Johannes (Jan) Simons (kwartier nr. 24), haalde net de honderd niet. Geboren in Tilburg op 27 juni 1817 overleed hij in Udenhout op 27 februari 1917. Een van zijn dochters, Antonetta Wilhelmina Maria, stak hem in leeftijd naar de kroon door de leeftijd van ruim zesennegentig jaar te bereiken (geboren in Tilburg op 28 december 1856, overleden in Udenhout op 19 juni 1956).
 
Johannes Simons was ook al geboren in Tilburg. Het gezin Simons woonde daar in de wijk Kerk. Volgens de volkstelling van 1840 was hij, toen nog ongehuwd, knecht en woonde in dezelfde wijk in bij de logementhouder Adriaan Donders op de Markt, hoek Heuvelstraat. Op 17 juli 1843 trouwde hij in Oisterwijk met de Oisterwijkse Wilhelmiena de Groot. Hij was toen vrachtrijder. Het gezin woonde hierna in Tilburg, ook in de wijk Kerk, in 1849 op huisnummer 2196. Er werden in totaal acht kinderen geboren, de oudste, Maria Catharina, in 1844, de jongste, de hiervóór genoemde Antonetta, in 1860.
 
Er is iets merkwaardigs aan de hand met de voornamen van het tweede en derde kind, geboren in respectievelijk 1846 en 1847. Ze werden beide Johanna Adriana genoemd. Nu was dat niet ongebruikelijk, wanneer het eerste kind met die naam intussen overleden was. Maar dit was hier niet het geval. Het oudste kind was namelijk mijn overgrootmoeder Johanna Simons (zie kwartierstaat nr. 13). De tweede Johanna, geboren op 19 maart 1847, overleed al op 10 januari 1852, volgens de overlijdensakte vier jaar oud. Ik heb voor deze merkwaardigheid in de naamgeving geen verklaring.
 
Opmerkelijk is verder dat alle vijf overlevende dochters naaister werden, de beide zonen timmerman. Van de dochters vertrok Adriana Maria, geboren op 19 april 1854, op 25 mei 1883 naar Brussel en verdween zo uit mijn zicht. Van de andere vier overlevende dochters trouwden er twee met een smid en twee met een schoenmaker. De familie bestond dus geheel uit geschoolde ambachtslui.
 
In het bevolkingsregister van 1870 tot 1880 wordt als beroep van Johannes Simons niet meer vrachtrijder vermeld maar spoorwachter. Opmerkelijk is dat hij op 7 juni 1876 in zijn eentje naar Oisterwijk is getrokken, maar op 23 januari 1877 weer op het oude adres werd ingeschreven. Mogelijk heeft dit met zijn beroep te maken gehad.
 
Volgens het register van 1880-1890 kwam de naaister Wilhelmina Maria Dielissen bij het gezin inwonen. Zij was een zuster van Hendrikus Martinus Dielissen, met wie de oudste dochter van Johannes Simons en Wilhelmiena de Groot, Maria Catharina, op 3 februari 1870 getrouwd was.
 
Een volgende inwoner was Henricus Johannes Mutsaers, ook een bloedverwant: hij was een zoon van dochter Johanna Adriana (zie hierboven), mijn overgrootmoeder (kwartier nr. 13), die op 20 augustus 1874 in Tilburg met mijn overgrootvader Adrianus Michael Mutsaers (nr. 12) getrouwd was. Henricus Johannes, geboren in 1879, kwam op 23 september 1898 vanuit Breda, waar het gezin van zijn ouders woonde, naar zijn oom en tante in Tilburg, maar vertrok alweer op 23 november van hetzelfde jaar naar de kazerne in Harderwijk. Hij zal de pech hebben gehad om ‘in te loten’ en moest dus zijn militaire dienstplicht vervullen of hij heeft vrijwillig dienst genomen bij het leger. Henricus Joannes was slotenmaker, een aan het smidsvak verwant beroep.
 
Op 29 april 1899 kwam zijn broer, mijn grootvader Wilhelmus Josephus Mutsaers (kwartier nr. 6) bij het gezin inwonen. In het Bredase register heet hij daar overigens al op 17 maart van hetzelfde jaar vertrokken te zijn. Als beroep wordt in het Tilburgse register smid vermeld, met daarachter iets wat ik lees als st.spr. en waar ik Staatsspoorwegen vermoed. Maar mijn grootvader was geen smid maar wagenmaker en als zodanig wordt hij ook vermeld in het bevolkingsregister van 1900-1910. Op 10 september 1902 vertrok hij naar Ginneken, waar zijn ouders toen woonden, en trouwde er op 8 oktober van hetzelfde jaar met mijn grootmoeder Wilhelmina Emans (kwartier 7). Mogelijk heeft dit vertrek naar zijn ouderlijk huis te maken gehad met de oude gewoonte bij ‘nette’ families om ‘van huis uit te trouwen’, maar dat zullen we wel nooit meer te weten komen.
 
Mijn overgrootmoeder Wilhelmiena de Groot overleed in Tilburg op 8 juli 1903. Haar dochter Gijsberdina Cornelia woonde toen nog thuis en zal de zorg voor haar inmiddels al zeer bejaarde vader op zich hebben genomen. Maar op 20 januari 1905 vertrok zij (officieel) naar Udenhout, waar zij op 11 januari was getrouwd met de Udenhoutse schoenmaker Antonie Hanff. Haar vader volgde haar een jaar later. Hij werd op 30 april 1906 ingeschreven op het adres van het echtpaar Hanff-Simons, Udenhout wijk C128 (later gewijzigd in 137 en daarna in 186).
 
Vele jaren geleden ben ik in de gemeente Udenhout op zoek gegaan naar het overlijden van Johannes. De overlijdens uit die periode waren toen officieel nog niet openbaar. Maar de toenmalige streekarchivaris P.J.M. (Pieter) Wuisman was mij behulpzaam. Het kostte de nodige moeite om de overlijdensdatum op te sporen, omdat Johannes op een paar maanden na een eeuw oud is geworden. Zoals gezegd overleed hij op 27 februari 1917. Dit werd hierna door mijn moeder, Maria Antonetta (Riet) Mutsaers (kwartier nr. 3), bevestigd, dus er hoeft niet aan getwijfeld te worden.

Joris Simons Laket en zijn nageslacht

Ik heb de stamreeks van Johannes Simons nagetrokken. Hij bleek wel een echte Tilburger te zijn, maar uiteindelijk is zijn voorvader van vier generaties terug Joris (kwartier nr. 416)  in het begin van de achttiende eeuw vanuit Gent in Tilburg komen woonde. Op 23 juni 1715 trouwde hij er, 32 jaar oud, met de tien jaar jongere Tilburgse schone Cornelia Cornelisdochter Donders (nr. 417). Het huwelijk duurde maar kort; zij werd na minder dan tien jaar, op 11 mei 1725, in Tilburg begraven. Haar overlijden kan best, zoals zo vaak in die tijd, in het kraambed hebben plaatsgehad.
 
Al kort daarna, op 10 september van hetzelfde jaar, hertrouwde Joris met Maria Cornelisdochter Bastiaenssen. Dat hij en zijn eerste vrouw bezitloos waren, blijkt uit de huwelijksvoorwaarden, daterend van 24 augustus 1725 (Regionaal Archief Tilburg [RAT], 14 Rechterlijk archief [R.] Tilburg 8091, f. 172v.). In de kantlijn van de akte staat aangetekend: Pro Deo. Joris had uit zijn eerste huwelijk (nog) vier in leven zijnde kinderen: Johannes, vijf jaar oud, Jacobus drie, Willem twee en Maria Elisabet een half jaar. Twee andere kinderen, Elisabeth, gedoopt op 10 mei 1716, en Cornelius, gedoopt op 3 maart 1719, waren al kort na hun geboorte overleden.
 
Vaste goederen waren er niet en de roerende waren maar hooguit 24 à 25 gulden waard. Hiertegenover stond een schuld van 35 gulden. Met de voogden van de kinderen werd overeengekomen dat het echtpaar de kinderen zou onderhouden tot de leeftijd van twintig jaar of, zoals toen gebruikelijk, huwelijk of andere wettige staat, bijvoorbeeld geestelijke. Zij behielden de roerende goederen en moesten hiertegenover de schuld betalen. Na hun overlijden zouden de kinderen uit het eerste huwelijk gelijk delen met die uit het tweede. Uit de bezitloosheid van Joris leid ik af dat hij waarschijnlijk als arbeider werkzaam is geweest, mogelijk in de toen omvangrijke textielnijverheid.
 
Maar Maria Cornelisdochter Bastiaens(s)e(n) was geen slechte huwelijkskandidaat. Nog los van haar goedheid om de vier kinderen uit Joris’ eerste huwelijk mee op te voeden, bleek zij al een jaar na haar huwelijk te erven van haar ouders, Cornelis Bastiaensen en Jenneken Adriaan Jans de Cort. Er waren maar twee erfgenamen: behalve Maria ook haar overleden zuster Adriaantje, die getrouwd was geweest met Arnoldus Thomas (van) Pieren (huwelijk Tilburg 30 augustus 1718 (pr.)).
 
De erfenis bestond uit een huis, schuur en aanstede, en enkele stukken grond. Het huis, een perceel weiland aan de Oost-Heikant in Tilburg en een perceel heibodem in Loon op Zand aan de Loonse Kommer (in de buurt van Udenhout) werden bij een erfdeling van 12 september 1726 (RAT, 14 R. Tilburg, nr. 8091, f. 215v.) aan Arnoldus toegescheiden. Joris, die in deze akte nog Joris Simons Laket werd genoemd, en Maria kregen:
een parceel ackerlant, groot vier loopensaeten ofte etc., gelegen onder dese heerlijckheijt van Tilborgh aen den Oostenheijcant ter plaetse genaemt aen de Crijnstock, oost Wouter van Laerhoven, suijt Theodorus de Leeuw, west de kinderen van Gerit Maes en noort Willem Adriaen de Cort;
item een parceel ackerlant, groot twee lopensaeten ofte etc., gelegen als voor ter plaetse genaemt aen de Crijnstock, oost Dionijs Schapendonck, suijt de kinderen Gerart Maes, west Wouter van Laerhoven ende noort Willem de Cort;
item noch een parceel ackerlant groot twee lopensaten ofte etc., gelegen als voor aen de Crijnstock, oost de kinderen Gerit Maes, suijt Martinus Jan Mutsaerts, west de kinderen Gerit Maes en noort Dionijs Schapendoncq.
 
De grond lag dus in de Oost-Heikant aan de Quirijnstok, waar een kapelletje of een beeld met offerblok van de heilige Quirinus heeft gestaan. De stukken grond – acht lopense, iets meer dan een hectare – waren beslist onvoldoende om een boerenbedrijf mee uit te baten, maar mogelijk hebben Joris en Maria er grond bij gepacht, of hebben zij nevenwerkzaamheden gehad. Hoe dit ook zij, mijn voorouders uit de volgende generaties oefenden het beroep van landbouwer uit totdat mijn betovergrootvader Jan Simons (kwartier nr. 26) vrachtrijder en daarna spoorwachter is geworden.
 
Het huwelijk van Joris met Maria Cornelis Bastiaensen duurde nog korter dan dat van Joris met Maria Cornelis Donders. Zijn tweede vrouw stierf al in september 1727, mogelijk als zo vaak in het kraambed, en werd op de 10de van die maand in Tilburg begraven. Op 11 oktober 1726 was er in Tilburg een dochter Joanna gedoopt. Hoe de opvoeding van de kleine kinderen verder verzorgd is, is mij niet bekend. Mogelijk heeft oom Arnoldus Thomas Pieren, die gehuwd was geweest met Adriaantje, de zuster van Maria Cornelis Bastiaensen, en op 2 maart 1722 in Tilburg (schepenbank) hertrouwd was met Ida Wijnant Schapendoncq, de opvoeding overgenomen.
 
De familienaam Laket, die nog steeds voorkomt, met name in Gent en omgeving, ben ik verder niet meer tegengekomen. De Tilburgers vonden voor het nageslacht van Joris de achternaam Simons kennelijk voldoende.
 
Stamreeks Simons-Laket
 
I   Simon Laket (kwartier nr. 832), tr. N.N. (kwartier nr. 833).
 
II  Joris Simonsz. Laket (kwartier nr. 416), geb. Gent ca. 1683, tr. Tilburg 23.6.1715 (pr.) Cornelia Cornelisdr. Donders (nr. 417), ged. Tilburg 18.3.1694. Joris woonde bij zijn huwelijk aan het Goirke, Cornelia aan de Oost-Heikant.
Joris hertr. Tilburg 10.9.1725 (sch.) Maria Bastiaen Bastiaen(s)se(n) (= Maria Cornelisdr. Bastiaenssen), ged. Tilburg 8.12.1691, begr. Tilburg 10.8.1727.
Kinderen uit (1):
   Elisabeth, ged. Tilburg 10.5.1716, begr. Tilburg 29.6.1716.
   Joannes Baptista, ged. Tilburg 30.5.1717, overl. vr. 1765, tr. (1) Anneke Jan van Riel, tr. (2) Tilburg 14.11.1750 (pr.) Ida Jan Botermans.
   Cornelius,  ged. Tilburg 3.3.1719, begr. Tilburg 4.9.1719.
   Jacobus, ged. Tilburg 18.5.1720, overl. na 1771 (zie III).
   Wilhelmus, ged. Tilburg 21.2.1723, tr. Tilburg 19.9.1751 (pr.) Jenne Marie Martinus van der Loo.
   Maria Elisabeth, ged. Tilburg 27.2.1725, overl. 1761, tr. Tilburg 13.9.1751 (s.) Heijliger Willem van Dijck.
Kind uit (2):
– Joanna, ged. Tilburg 11.10.1726, tr. Tilburg 4.3.1753 (s.) Gerard Peter van Berkel.
 
III Jacobus Jorisz. Simons (nr. 208), ged. Tilburg 18.5.1720, tr. Tilburg (pr.) 25.10.1744, beiden wonende aan de Oost-Heikant, Willemina Jan Peter Deckers (nr. 209), ged. Tilburg 9.4.1717.
 
IV Jan Jacobsz. Simons (nr. 104), ged. Tilburg 13.1.1750, overl. Tilburg 3.3.1825, landbouwer, tr. Tilburg 1.3.1778 (pr.), beiden wonende aan de Oost-Heikant, Maria Theresia Norbertsdr. van Amelsvoort (nr. 105), ged. Tilburg 31.3.1750, overl. Tilburg 16.1.1829.
 
V  Jan Baptist Simons (nr. 52), ged. Tilburg 7.5.1787, overl. Tilburg 7.1.1862, landbouwer, tr. Tilburg 1.2.1815, Maria Catharina Wilborts (nr. 53), ged. Tilburg 25.1.1790, overl. Tilburg 6.4.1827, naaister.
 
VI Johannes (Jan) Simons (nr. 26), geb. Tilburg 27.6.1817, overl. Udenhout 27.2.1917, vrachtrijder, spoorwachter, tr. Oisterwijk 17.7.1843 Wilhelmiena de Groot (nr. 27), geb. Oisterwijk 31.1.1819, overl. Tilburg 8.7.1903.


© 2021 C.J.C. Broer en M.W.J. de Bruijn. - Gepubliceerd 17 november 2021; laatst bewerkt 17 november 2021.