Startpagina | Inhoudsopgave | Lezingen
| Uitgaven
| Vrijwaring | Contact |
|
◄ Naar de kwartierstaat |
Afstamming van de heren van
Tilburg? door Martin W.J. de Bruijn Te citeren als:
M.W.J.
de Bruijn, ‘Afstamming van de heren van Tilburg?’
(www.broerendebruijn.nl/HerenvanTilburg.html,
versie van
[datum], geraadpleegd op [datum]).
Met dank aan Jan van
den Bergh uit Oldenzaal (webstek Doekefkes)
en Hans Vogels uit Helmond.
Het internet heeft sinds al bijna een halve eeuw de mogelijkheden van genealogisch onderzoek op verschillende manieren onvoorstelbaar vergroot. Als belangrijkste wil ik noemen de digitalisering van steeds meer archiefbronnen en literatuur. Maar ook de zoekmogelijkheden maken het speuren naar gegevens over voorouders steeds gemakkelijker. Er is echter ook een groot nadeel. Het blijkt dat de meeste ‘genealogen’ – met opzet tussen aanhalingstekens – niet of nauwelijks zelfstandig onderzoek verrichten, de door hen gebruikte gegevens niet natrekken en niet aan bronvermelding doen. Er is sprake van een niet eerder vertoonde naschrijverij, waarbij ook gemakkelijk aantoonbare onjuistheden worden vermenigvuldigd. Verder hoeft het niet te verbazen dat hypothetische voorstellen van serieuze onderzoekers vaak klakkeloos voor waar worden aangenomen. Argumenten ontbreken nu eenmaal bij het overschrijven van alleen of nagenoeg alleen namen, plaatsen en data. Op deze webpagina wil ik als voorbeeld eens mijn veronderstelde afstamming van de heren van Tilburgen nader belichten en hierbij met name op een aantal problemen wijzen, overigens zonder, op enkele uitzonderingen na, zelf de bronnen na te trekken. De gegevens over die afstamming ontleen ik aan een opgave van Jan van den Bergh uit Oldenzaal, aan wie ik gegevens had opgevraagd over Dongense voorouders, met name van mijn grootmoeder Dingena Koks (kwartierstaatnr. 5). Binnen enkele dagen wist hij mij de gegevens van alle hem bekende voorouders toe te sturen, genummerd en wel. Jan van den Bergh doet zelf uitputtend bronnenonderzoek naar onder andere de Dongenaren uit het verleden en deelt die gegevens met belangstellenden. Vanzelfsprekend ben ik hem daarvoor zeer erkentelijk en ook voor zijn uitvoerige reactie. Die bevat onder meer een afstammingslijn van mij, geboren Tilburger, naar de heren van Tilburg uit de twaalfde eeuw. De allervroegste gegevens betreffen overigens niet de Tilburgse heren, maar de heren van Rode, dit wil zeggen Sint-Oedenrode. Hier volgt een beknopt overzicht van de door Jan van den Bergh opgestelde afstammingslijn met kwartiernummers, met enkele door mijzelf aangebrachte aanvullingen: |
Generatie
I Generatie II Generatie III Generatie IV Generatie V Generatie VI Generatie VII Generatie VIII Generatie IX Generatie X Generatie XII Generatie XII Generatie XIII Generatie XIV Generatie XV Generatie XVI Generatie XVII Generatie XVIII Generatie XIX Generatie XX Generatie XXI Generatie XXII Generatie XXIII Generatie XXIV Generatie XXV Generatie XXVI Generatie XXVII Generatie XXVIII |
1 Martinus
Wilhelmus Josephus de Bruijn, zn. van 2 Joannes Josephus de Bruijn, tr. 1947 3 Maria Antonetta Mutsaers. Joannes zn. van 4 Martinus de Bruijn, tr. 1913 5 Dingena Koks. Dingena dr. van 10 Jacobus Koks, tr. 1870 11 Johanna Hessels. Jacobus zn. van 20 Willem Koks, tr. 1822 21 Adriana Dingemans. Willem zn. van 40 Engelbertus Cockx, tr. 1793 41 Anna Maria Cornelisse. Engelbertus zn. van 80 Embertus Cokx, tr. 1759 81 Antonia van Uden. Antonia dr. van 162 Wouter van Uden, tr. 1726 163 Adriana Swart. Adriana dr. van 326 Gijsbert Jan Swarts de oude, tr. 1704 327 Maria de Cort. Gijsbert zn. van 652 Jan Joost Peters de Swart, tr. 1670 653 Joanna Adriaan Steven Span. Jan zn. van 1.306 Adriaan Steven Wouters Span, tr. ca. 1640 1.307 Magdaleen Willem Matheus Berchman. Magdaleen dr. van 2.614 Willem Matheus Jans Berchmans, tr. 1606 2.615 Maria Jan Wouter Aart van Broekhoven. Maria dr. van 5.230 Jan Wouter Aarts van Broekhoven, tr. ca. 1575? 5.231 Magdaleen Andries de Weert. Jan zn. van 10.462 Wouter Aarts van Broekhoven, tr. 10.463 Engel Wouters van den Heesacker, Wouter zn. van 20.924 Aart Jan Aarts van Broekhoven, schepen van Breda, tr. 20.925 Jenneke Gerit Wouters de Bont. Aart zn. van 41.848 Jan Aarts van Broekhoven, tr. (1) 41.849 Maria Godert van Nispen. Jan zn. van 83.696 Aart Willems van Broekhoven, tr. 83.697 Katelijn Gerits Schilder, Katelijn dr. van 167.394 Gerit Willem Schilder, tr. 167.395 Aleid Jans van Bladel. Gerit zn. van 334.788 Willem Klaas Schilder, rentmeester, tr. (1) 334.789 Katelijn. Willem zn. van 669.676 Klaas Schilders de jonge, schepen van ’s-Hertogenbosch (1337-1338), tr. 669.677 Leria Gerits van Nijnsel. Leria dr. van 1.339.154 Gerit Hendriks van Nijnsel, schepen van ’s-Hertogenbosch (1332-1335), tr. 1.339.155 Truda. Gerit zn. van 2.678.308 Hendrik van Nijnsel, schepen van ’s-Hertogenbosch (1297-1304), tr. 2.678.309 Leria van Berkel. Hendrik zn. van 5.356.616 ridder Jan van Nijnsel, schepen van ’s-Hertogenbosch (1258-1274), gehuwd met 5.356.617 Baarte. Jan zn. van 10.713.232 Aart Rover van Aanschot van Nijnsel, tr. 10.713.233 Hadewich? Aart zn. van 21.426.464 Roelof van Rode van Mierlo, tr. 21.426.465 Didradis Hendriks van Rixtel? Roelof zn. van 42.852.928 Arnoud III van Rode, tr. 42.852.929 dochter van de heer van Tilburg? Arnoud zn. van 85.705.856 Gijsbrecht I van Rode, tr. 85.705.857 N.N. Gijsbert zn. van 171.411.712 Arnoud I van Rode, tr. 171.411.713 Heilwich van Cuijk. |
De
betreffende afstamming naar de heren van Rode verloopt dus via de
families Van Uden, De Swart, Span, Berchmans, Van Broekhoven, Schilder
en Van Nijnsel (Neynsel). De
laatste drie families waren vooraanstaande Brabantse geslachten. Vanaf generatie XXI bedraagt het aantal voorouders in dezelfde generatie meer dan een miljoen. In werkelijkheid is dit aantal aanmerkelijk lager, omdat er door de eeuwen heen bloedverwanten met elkaar getrouwd zijn. In de biologie heet dit inteelt, in de genealogie – waarin een voorouder een kwartier wordt genoemd – kwartierverlies. De bronnen voor de oudste generaties zijn voornamelijk oorkonden, dit wil zeggen documenten die als bewijs moesten dienen. Behalve de handelende personen worden hierin ook vaak getuigen met naam en soms ook stand, titel en functie genoemd. Omdat het aantal tot de veertiende eeuw betrekkelijk gering is, moet er vaak geïnterpreteerd worden om familierelaties te benoemen. Hiernaast zijn er registers overgeleverd, waarin de namen voorkomen van degenen die – meestal jaarlijkse – lasten moesten betalen. Verder kunnen ook de zegels die aan de oorkonden werden gehangen aanwijzingen geven voor familierelaties. De belangrijkste families komen verder soms voor in verhalende bronnen, waarvan in de eerste plaats de kronieken moeten worden genoemd. Ook die zijn vóór de veertiende eeuw schaars, al vermelden zij wel gebeurtenissen uit een verder verleden. Soms wordt zelfs teruggegrepen naar de Griekse mythologie. Het spreekt voor zich dat al deze bronnen met voorzichtigheid benaderd moeten worden en zo mogelijk geplaatst in de context van de andere bronnen. Eigenlijk gaat het om een legpuzzel waarvan de meeste stukjes ontbreken. De eerste aldus gereconstrueerde eerste heer van Rode, zoals die in de literatuur voorkomt, was een Arnoud I van Rode (voor mij kwartiernr. 171.411.712), vanaf mijzelf gerekend generatie XXVIII). Voor zover ik heb kunnen nagaan heeft de reconstructie plaatsgehad door de amateurhistoricus Hans Vogels, die blijkens enkele vermeldingen op het internet de vroege resultaten van zijn onderzoek heeft gepubliceerd in enkele lokaalhistorische heemkundige tijdschriften. Vogels is een serieuze onderzoeker, die zoals het behoort bij zijn onderzoek de bronnen heeft nagetrokken. Maar wanneer je die op jouw beurt weer wilt natrekken, moet je eerst op zoek naar de betreffende tijdschriftnummers, en die staan, voor zover ik heb kunnen nagaan, lang niet allemaal gedigitaliseerd op het internet. De voor mij dichtst bijzijnde bibliotheekexemplaren zijn te vinden in de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag, die een depot van Nederlandse publicaties beheert. Hans Vogels was echter zo vriendelijk mij op mijn verzoek een aantal bestanden toe te sturen met onder meer ook zijn jongste inzichten. Verder wees hij mij erop dat een aantal Brabantse onderzoekers zich bezighoudt met de adellijke geslachten die rechten hadden in het tegenwoordige Noord-Brabant en de toenmalige gouw Texandrië. Twee recent door hem gemaakte schema’s, van de opeenvolgende heren van Rode en die van Tilburg, maken in relatie duidelijk het a) in veel gevallen gaat om hypotheses en dat b) de inzichten inmiddels weer anders zijn geworden dan die in bovenstaand overzicht. Ook meldde Hans Vogels mij dat hierover nog gediscussieerd wordt met andere onderzoekers. Ik geef hieronder de recent door hem gevormde hypotheses (van mei en december 2021) vanaf generatie XXV weer: |
|
Generatie XXV Generatie XXVI Generatie XXVII Generatie XXVIII |
21.426.464 Roelof
Rover van Rode, tr. ca. 1185 21.426.465 Didradis van Rixtel? Roelof zn. van 42.852.928 Arnoud III van Rode?, tr. ca. 1155 42.852.929 N.N. Arnoud zn. van 85.705.856 Gijsbrecht I van Rode?, tr. ca. 1125/30 85.705.857 N.N. Gijsbert zn. van 171.411.712 Arnoud I van Rode?, tr. (2?) ca. 1096 171.411.713 Heilwich van Cuijk? |
[1] H. Hardenberg, ‘Het ontstaan van de vrijheid Tilburg’, in de bundel Van Heidorp tot industriestad. Verkenningen in het verleden van Tilburg (Tilburg 1955, redactie H.J.A.M. Schurink en J.H. van Mosselveld) 29-76, ald. 53-69 en 76 (overzicht). Voor de herkomst van de heren van Tilburg is ook van groot belang A. Plevoets, 'De afkomst van de Giselberten, heren van Tilburg', Actum Tilliburgis 11 (1980) 5-15. ![]() Het bekende Arkelwapen met de twee beurtelings gekanteelde dwarsbalken. Zie ook de webpagina ► Van Arkel-Van Grevenbroek. Reconstructie van het Tilburgwapen aan de
hand van het zegel uit 1242.
De kleuren zijn niet overgeleverd. Uit B. de Keijzer, Van Tilburg in de Hollandse Genealogische Databank. [2] In een artikel uit 1981, ‘Twee hoeven Ter Ryt. Een bijdrage tot de nederzettingsgeschiedenis van Tilburg’, Actum Tilliburgis 12 (1981) 18-28, ald. 25, heb ik geconcludeerd dat het goed Ter Ryt bij de Tilburgse kerk niet de betekenis van het domeincentrum van Tilburg kan hebben gehad, zoals eerder door H. Hardenberg geconcludeerd was. Nu ik meer weet over het domaniale stelsel sta ik hier niet meer achter. Misschien wel juist vanwege het feit dat de kerk en dit leengoed niet in een bewoningscentrum – de kern van een zogeheten herdgang – lagen, maar tussen verschillende kernen in, is voor mij nu een aanwijzing dat het hier om de oorspronkelijke domaniale kern van (West-)Tilburg is gegaan. Misschien kom ik hier nog wel eens op terug. |
Vanaf
generatie XXV zijn alle voorouders wat hem
betreft
hypothetisch. Wat verder in dit recente overzicht opvalt is dat als echtgenote van Arnoud III (generatie XXVI, mijn kwartiernr. 42.852.928) geen dochter van de heer van Tilburg als huwelijksparter meer wordt genoemd. Vogels veronderstelt op een ander schema, over de heren van Tilburg, een dochter van Gijsbrecht I van Rode, die circa 1140/45 getrouwd zou zijn met een Gijsbert van Jauche/van Tilburg. Maar die behoort niet tot mijn kwartieren. Mijn voorouders zouden volgens deze hypothesen dus niet meer van de heren van Tilburg afstammen. Het is niet mijn opzet om hier commentaar te leveren op de reconstructie; daarvoor zou ik alle bronnen moeten natrekken. Maar omdat ik mij ook in het verleden wel enigszins met de herkomst van de heren van Tilburg heb bezighouden, wil ik hierover nog wel enkele opmerkingen maken. In het recente schema – en dat betreffende de heren van Tilburg van 25 mei 2021 – van Vogels ontbreekt iedere connectie met de heren van Boxtel. De oudst bekende heer van Tilburg zou gehuwd zijn geweest met een dochter van Gijsbrecht I van Rode. In deze constellatie zou men mogen veronderstellen dat heerlijkheid Tilburg een afsplitsing was van de heerlijkheid Rode. Dit acht ik onwaarschijnlijk. Er zijn twee argumenten dat de eerste heer van Tilburg gehuwd zou zijn met een dochter van de heer van Boxtel. Om te beginnen betreft dat het wapen van de Tilburgers, dat voorkomt in een oorkonde uit 1242. Het gaat hierbij om een geblokt schild met twee dwarsbalken. Het zegel van de heren van Boxtel, waarvan het afgeleid zal zijn, bestond uit een geblokt schild zonder deze balken.[1] ![]() Zegels met de wapenschilden van Randerode/Boxtel (links) en dat van Gijsbrecht III of IV van Tilburg van 1242. Aanvulling
van 4 januari 2022:
Hoewel het niet mijn bedoeling was om op deze plaats nader aandacht aan te besteden aan de heren van Tilburg en hun herkomst, geef ik hier toch een korte reactie op de mededelingen van Hans Vogels aan mij over het wapen van Gijsbrecht III of IV van Tilburg van 1242, dat ik hierbij afdruk. Vogels meent dat het om het zogeheten Arkelwapen gaat, dit wil zeggen een wapen met twee beurtelings gekanteelde dwarsbalken. Ook dit zeer bekende wapen beeld ik hiernaast af. Ik heb grote bedenkingen tegen Vogels' opvatting, omdat a) op het Tilburgwapen de veronderstelde kantelen niet op de balken aansluiten maar er duidelijk los van staan, en b) er in het bekende Arkelwapen zo veel ruimte tussen de kantelen van de ene en die van de volgende balk zit dat er als het ware een nieuwe beurtelings gekanteelde dwarsbalk ontstaat (zie de linker afbeelding). Dit is in het Tilburgwapen echter geenszins het geval: hierin raken de veronderstelde kantelen van de balken elkaar, zodat er geen sprake is van kantelen maar van blokken, zoals in het afgebeelde Boxtelwapen. Verder is gebleken dat een goed Ter Ryt, gelegen ten zuiden van de parochiekerk van Tilburg, voor de helft leenroerig was aan de heren van Boxtel. De andere helft werd in leen gehouden van de heren van Gageldonk, waarschijnlijk via een dochter van Arnoud van Tilburg, een broer van een Gijsbrecht heer van Tilburg.[2] Dit wijst erop dat de mannelijke lijn van het geslacht Van Tilburg is uitgestorven, al wil Hans Vogels het nageslacht in de mannelijke lijn van een Wouter van Tilburg laten voortleven in het geslacht De Bye. Hier wil ik het wat deze problematiek betreft nu bij laten. Waar ik op deze webpagina met name op wil wijzen is dat een veronderstelling niet hetzelfde is als een (wetenschappelijke) hypothese. Deze laatste wordt niet gedaan vanuit weinig of geen kennis van de bronnen, maar juist vanuit een grondige kennis van de inhoud van alle bestaande relevante bronnen en hun context, voor zover dat althans mogelijk is. Lotty Broer en ik hanteren dit onderdeel van de historische methode voor Utrecht in de Vroege Middeleeuwen. Hoe dichter we bij het heden komen, hoe lastiger dat is om steeds alle relevante bronnen in het oog te houden, maar voor de Volle Middeleeuwen – zeg de periode tot ongeveer 1200 – is het nog wel min of meer te doen. Vanaf die tijd wordt het steeds moeilijker, omdat het beschikbare bronnenmateriaal steeds uitgebreider wordt. Er is hier natuurlijk nog veel meer over te zeggen, maar daarvoor is dit niet de plaats. Mijn grootste bezwaar tegen het overnemen van gegevens door genealogen is dat wanneer een serieuze onderzoeker gegevens hypothetisch weergeeft, bij de naschrijvers vrijwel altijd de mededeling ontbreekt dat het om al dan niet wetenschappelijke veronderstellingen gaat. Ik heb dit ook zelf met mijn stamreeks kunnen ervaren. Op basis van enkele posten in de zogeheten cijnsregisters van de hertog van Brabant uit 1340 en 1380, heb ik de veronderstelling uitgesproken dat mijn oudst bekende voorvader in de mannelijke lijn, Pauwels van Heyst (generatie XVIII, kwartiernr. 262.144), gehuwd was gemeest met een dochter van Amijs van der Hasselt (zie hiervoor de webpagina ► Pauwels van Heyst). Op de meeste genealogieën op het internet wordt dit inmiddels als een zekerheid voorgesteld. Met het bovenstaande hoop ik voldoende duidelijk te hebben gemaakt hoe hachelijk het is van dergelijke hypothesen stellige genealogische lijsten samen te stellen, laat staan kritiekloos na te schrijven. Overigens houd ik het op zich niet voor onmogelijk, ja zelfs aannemelijk, dat ik ook van de heren van Tilburg afstam, en wel omdat met een redelijke mate van zekerheid kan worden vastgesteld dat er in mijn kwartierstaat afstammingslijnen lopen naar verschillende adellijke Brabantse geslachten, en verder dat deze lokale en regionale adel uiteraard via verschillende lijnen aan elkaar verwant was (zie ook de webpagina ► Adellijk voorgeslacht: Van Arkel-Van Grevenbroek). Maar dit zal het geval zijn met de meeste mensen met veel Brabantse voorouders. Alleen, bewijs het maar eens... |
|