Droochsloot
Startpagina | Inhoudsopgave | Lezingen | Uitgaven | Op en rond het Domplein | Vrijwaring | Contact

op het web alleen op deze webstek
(om alleen op deze pagina te zoeken druk op Ctrl-F)

Boventorp, een (bijna) vergeten Utrechtse wijk
door Martin W.J. de Bruijn

Te citeren als: M.W.J. de Bruijn, ‘Boventorp, een (bijna) vergeten Utrechtse wijk’ (www.broerendebruijn.nl/Boventorp.html, versie van [datum], geraadpleegd op [datum]).
[1] Uitgegeven door J.M. van Winter, Sources concerning the hospitallers of St John in the Netherlands 14th-18th centuries (Leiden-Boston-Keulen 1998) ald. 193-387.


[2] Ald. 208.







[3] B.J.M. Klück, ‘Predikherenkerkhof 1’, Archeologische en Bouwhistorische Kroniek van de Gemeente Utrecht 1987, 222-229.

[4] M.W.J. de Bruijn, Husinghe ende hofstede. Een institutioneel-geografische studie van de rechtspraak over onroerend goed in de stad Utrecht in de Middeleeuwen (Utrecht 1994) 395-402.













[5] S. Muller Fz., Middeleeuwsche rechtsbronnen van Utrecht II (’s-Gravenhage 1883) 12-13.

[6] Ik heb de interpunctie en spelling aangepast (vergelijk de genoemde webpagina, waar ik de interpunctie van Muller weergeef).







Boventorp op de plattegrond van Jacob van Deventer van 1570
Boventorp op de plattegrond van Jacob van Deventer van omstreeks 1565. Links de tegenwoordige Oudegracht en rechts de Plompetorengracht. Daar tussenin de Jacobijnenstraat met de predikherenkerk, in het midden de huidige Breedstraat en rechts het begijnhof met de begijnenkerk. Ten noorden daarvan de Lange Lauwerstraat. Van een rivierarm is hier geen sprake geweest.
Zoals op verschillende plaatsen op deze webstek wordt gemeld, worden zinvolle reacties op onze bevindingen op prijs gesteld. Iedere werkelijke dialoog tussen serieuze onderzoekers helpt onze kennis van het verleden immers een stukje verder. Zo ontving ik van Andy Palmen, die zich onder andere bezig heeft gehouden met het leven en de moord op de Utrechtse burgemeester Berend (Bernt) Proys (utrechtvroeger.com), enkele vragen over de Utrechtse wijk Boventorp, die enkele malen voorkomt in de middeleeuwse bronnen. Hij deed dit naar aanleiding van gegevens over deze wijk in Over het zeventuig en Buurschap en gerecht.

In antwoord op zijn reactie moest ik vaststellen dat op deze webpagina’s en het daaraan gekoppelde artikel ‘Gerecht en buurschap’ in Pro Memorie. Tijdschrift voor de rechtsgeschiedenis der Nederlanden 10 (2008) 149-165 een voetnoot over de ligging van de genoemde wijk Boventorp ontbrak. Op deze webpagina wordt die omissie niet alleen goedgemaakt, maar worden ook de gegevens over deze wijk en de naar haar genoemde familie(s) nog eens op een rij gezet en in perspectief geplaatst.
Wijken Utrecht omstreeks 1100
Een reconstructie van Utrecht omstreeks 1100, overgenomen uit M.W.J. de Bruijn, ‘Buurschap en gerecht. De ontwikkeling van twee samenhangende instellingen in Utrecht in de middeleeuwen’, Jaarboek Oud-Utrecht 2008, 127-154, ald. 136.

De ligging van Boventorp

De ligging van Boventorp kan worden afgeleid uit een goederenregister van het Utrechtse johannieterklooster uit 1368.[1] We vinden haar op folio 7 van het register nauwkeurig terug in de situering van een huiserf:
in parrochia sancti Iacobi in loco dicto Boventorp in platea ducante ab ecclesia Predicatorum versus curtim Baghinarum aream situatam inter domum et aream Iohannis Lisse (onleesbaar deel) a parte superiori et aream (niet ingevuld) a parte inferiori,[2]
dus: in de parochie van Sint-Jacob ter plaatse geheten Boventorp in de straat leidend van de kerk van de predikheren naar het begijnhof een huiserf gelegen tussen huis en erf van van Jan Lisse - - - (onleesbaar deel) aan de bovenzijde en erf van - - - (niet ingevuld deel) aan de benedenzijde.

De kerk van de predikheren bevond zich aan de noordzijde van de Breedstraat[3] en het begijnhof aan het oosteinde van diezelfde straat,[4] zodat het hier inderdaad om de Breedstraat moet gaan.

Ook de daaropvolgende post in het register heeft betrekking op Boventorp:
Item ibidem Boventorp onder die Louwers aream qua nunc a superiori parte Hermannus de Vinne et inferius heredes Arnoldi Proys propius cum areis sunt situati,
dus: eveneens aldaar Boventorp onder de Louwers een huiserf waarvan nu aan de bovenzijde Herman van Vinne (?) en aan de benedenzijde de erfgenamen van Arnoud Proys met huiserven naastgelegen zijn.

Mogelijk is met onder die Louwers de Lange of Korte Lauwerstraat bedoeld, maar het is niet uitgesloten dat het ook hier om de Breedstraat gaat. De familie Proys behoorde tot de bovenlaag van Utrecht en hun huizen zullen zich niet in een bescheiden straat als de Lange of Korte Lauwerstraat hebben bevonden waar de leerlooiers hun onwelriekende beroep uitoefenden. Het aardige van deze vermelding is bovendien dat we het als belending aangeduide perceel van Arnoud Proys ook tegenkomen in het verslag van een gerechtelijke procedure, het zogeheten zeventuig, uit 1364 (zie Over het zeventuig):[5]
husinghe ende hofstede also alse gheleghen siin Boventorp, daer Aernoud Proys in te wonen plach.[6]

De aanwezigheid van deze wijk vormt voor mij een extra aanwijzing dat hier nooit een rivier heeft gestroomd, zoals de archeologe M. (Marieke) van Dinter en een vijftal van haar geologische, archeologische en fysisch geografische collega’s van de Universiteit Utrecht (Utrecht University) – met stelligheid maar overigens nagenoeg zonder bronnenanalyse en daarop gebaseerde argumentatie – beweren (zie Tussen Rijn en Vecht). Ik houd het er op dat de wijk al vóór de stadsomwalling van omstreeks 1122 bestond en gelegen was op de linkeroever van de Vecht. Rond het zojuist genoemde jaar zal de Vecht opgenomen zijn in de nieuwe noordelijke stadsbuitengracht.

Boventorp huisnummerkaart
Boventorp op de moderne huisnummerkaart, ontleend aan het Utrechts Documentatiesysteem.











[7] Oorkondenboek van het Sticht Utrecht tot 1301, V, uitg. F. Ketner (’s-Gravenhage 1959) 483, nr. 3008. Het jaartal 1301 staat in de kantlijn.

[8] Het Utrechts Archief [HUA], Archief van het kapittel van Sint-Jan [Sint-Jan] 79-4.

[9] Ald. nr. 3022.


[10] Iohannem de Boventorp, presbiterum, vicarium ecclesie sancti Iohannis Traiectensis (HUA, Sint-Jan 79-4 (14 juni 1310).

[11] Groot Placaatboek - - - ’s lands van Utrecht, mitsgaders - - - der stad Utrecht tot het jaar 1728 ingesloten, uitg. J. van de Water (Utrecht 1927) II, 147-148.

[12] in vico quo itur ad Albas dominas, inter domum mei Wilhelmi predicti ex parte occidentali et domum Margarete de Boventorp beghine ex parte orientali, dus: in de straat waarlangs men gaat naar de Wittevrouwen, tussen het huis van mij, Willem voornoemd (= Willem Gouburgsz.), aan de westkant en het huis van Margriet van Boventorp, begijn, aan de oostzijde. Waarschijnlijk ging het bij deze straat om de Wittevrouwenstraat (HUA, St.‑Jan 375 (21 december 1310; transsumpt van 17 november 1333).

[13] M.W.J. de Bruijn, ‘Begijnen op het Heilige Leven in Utrecht in de veertiende eeuw’, Maandblad Oud-Utrecht 57 (1984) 72-73.
Boventorp als familienaam

Boventorp komt in de veertiende eeuw ook voor als familienaam. De oudste vermelding, in een zeventiende-eeuwse aantekening, dateert van 14 april 1301. Daarin wordt verwezen naar de stichting van een vicarie in de Sint-Nicolaaskerk:
de fundatiebrief van seeckere vicarie in de Sint Nicolaeskercke binnen Utrecht per dominum Gerardum de Boventorp te confereren bij die van Preys, die men noempt sijn neve, nempe Arnoldum Preys, gedateert in dieTiburtii et Valeriani martyrorum.[7]

Interessant in deze mededeling is de vermelding dat Arnoud een neef was van de hier genoemde Gerard van Boventorp. Zojuist zijn we een Arnoud Proys tegengekomen als bezitter van een huiserf op Boventorp in 1364 (Over het zeventuig). Waarschijnlijk gaat het hierbij om een familielid, mogelijk een kleinzoon, van de in 1301 vermelde Arnoud.

In een oorkonde van 4 mei 1321 blijkt de hierboven genoemde Gerard van Boventorp een van de twee pastoors van de Sint-Nicolaaskerk te zijn.[8]

Maar we komen in deze tijd nog andere leden van een familie Van Boventorp tegen, op 12 juni 1301 een Jan Troelen van Boventorp die een erf bezat op de Kamp bij de Sint-Jacobskerk.[9]

Een Jan van Boventorp was in het begin van de veertiende eeuw vicaris in het kapittel van Sint-Jan[10] en in die tijd was er vanaf 1310 tot 1327 een Amelis van Boventorp schepen van de stad,[11] terwijl er verder ook nog een begijn Margriet van Boventorp vermeld wordt.[12] We mogen ervan uitgaan dat het om leden van dezelfde familie ging. Opmerkelijk is dat we hen voornamelijk tegenkomen in het nabijgelegen kapittel van Sint-Jan, waarbij te denken is aan een gezien de nabijheid voor de hand liggende keuze. De begijn woonde kennelijk niet op de hof, maar daar wel in de buurt. Er woonden in de omgeving wel meer begijnen buiten de hof, zoals in het noordelijk deel van de Keizerstraat.[13]

De vermeldingen van Boventorp uit 1368 in het goederenregister van Sint-Catharijne lijken wel de laatste te zijn geweest. De wijknaam verdween en werd nog in de loop van de veertiende eeuw vervangen door de grotendeels nog bestaande straatnamen, zoals met name de Jacobijnenstraat, de Breedstraat, tevoren Brede Jacobijnenstraat, en de Korte en Lange Lauwerstraat.

Uiteraard houd ik me aanbevolen voor jongere vermeldingen van de oude Utrechtse wijk Boventorp (mwjdebruijn[at]casema[punt]nl).

© 2019 C.J.C. Broer en M.W.J. de Bruijn. - Gepubliceerd 17 december 2019; laatst bewerkt 22 december 2019.